Epiloog - verslag van D.

23 september 2012 - Nyahururu, Kenia

 

AANTEKENINGEN OVER HET KENIA BUITEN DE WILDPARKEN: DE FOTO’S VAN BINNEN DE WILDPARKEN SPREKEN VOOR ZICH.  

EERSTE WEEK: SAFARI MET CHAUFFEUR GODFRIED. WE CROSSEN  DE HELE WEEK DOOR HET LAND, DUS ALLE TIJD VOOR OBSERVATIES EN GESPREKKEN MET HEM OVER DE INS EN OUTS VAN KENIA.

Vanuit de auto zien we in the middle of totally nowhere heel rustig individuen lopen ergens heen. De wegen zijn leeg, niemand heeft een auto of een fiets, het enige wat ze doen is lopen, bedaard en eindeloos, geen dorpje in zicht, alleen maar een eindeloze vlakte, en dan zie je af en toe zo’n figuur lopen. Mooie mensen. Slank, fier. Niemand heeft haast. Ze lopen gewoon van niets naar niets, lijkt het. Volgens Godfried gaan ze water halen of zo. Waarom gaan ze dan niet dichter bij het dorp wonen? Volgens Godfried omdat het land steeds duurder wordt om te pachten/kopen als het dichter bij de bewoonde wereld is. 

Kenianen hebben allemaal een piepklein stukje land in the country om op te worden begraven. dat is heel belangrijk voor ze. Ze  zouden westerse flatbewoners heel zielig vinden omdat die geen grond hebben. In Kenia hebben zelfs de armste mensen twee huizen. (Nou ja, huizen; krotjes.) Ze  trekken heen en weer van hun stukje land, waar hun hutje staat, naar de slums in de grote steden, waar ze werk zoeken.   Driver GODFRIED lijkt  ZICH TE SCHAMEN OVER MENSEN IN DE SLUMS, dat is DE MENING VAN DE MEER WELVARENDE KENIANEN BLIJKBAAR (ZOALS HIJ OOK ONTZETTEND TROTS IS OP HET STUK NIEUWE AUTOBAAN DIE DE PRESIDENT HEEFT LATEN AANLEGGEN, DAAR HOUDT HIJ NIET OVER OP): ‘De slumbewoners zijn helemaal niet arm, ze hebben een 2e huis op ‘t platteland,de slums zijn propganda, politici gebruiken de slums om geld los te peuteren, als PR. Die mensen hier doen niets, ze willen een easy life en dat krijgen ze ook.’ Intussen zien we mensen heel armoedig  bij elkaar zitten, ze doen inderdaad niets maar een easy life lijkt het nou ook weer niet. 

Godfried zegt dat voor hen, eigenlijk voor de meeste Kenianen  geldt: ‘If you get sick, you die.’ Er is geen geld om ziekenhuis te betalen en artsen genezen je alleen als je geld geeft, om precedentwerking te voorkomen. Misschien komt het daardoor dat je maar heel weinig oude mensen op straat ziet.

Als we een tijdje berg opwaarts rijden wordt ’t kouder, opeens zitten we in de Ardennen, kil en nattig. ‘t Is net de Drentsche camping, waar we  tien jaar geleden drie weken in de regen kampeerden,  maar dan permanent. Balen als je in Kenia woont en dan hier op de berg zit, dan heb je niet eens zon, moet je buiten en in hutjes leven in de kou en regen. Als we dalen wordt het snel weer warm. Niet te warm, want het is in juli lente in Kenia, de temperatuur is precies goed, 20-25 graden, met dank aan Phil.

Eens in de zoveel tijd komen we door een dorpje, met enorm veel scharreldende kinderen en rondhangende, zittende mensen, gen idee wat ze doen. Ze praten met elkaar, of niet. Veel van hen hebben tomaten of mais voor zich als koopwaar; allemaal dezelfde groente in ieder  geval, dus een heleboel overbodig. Maar als je die voor je hebt liggen ben je opeens aan het werk in plaats van aan het nietsen. Ik snap opeens  extra waarom Maxima zweert bij microfinancieren als ontwikkelingshulp. Als je niets te investeren hebt blijft het bij die tomaatjes en heb je geen enkele kans omhoog te klimmen. Overal staan wrakkige, kleurige winkeltjes, ze hebben fantastische namen: God Bless General Shop, Beauty Shop, Quality Shop.  

Als we met de bus stilstaan moeten we de ramen dicht houden om de zwermen handelaars buiten te houden. De mensen zijn met alles blij wat we te missen hebben, van pennen tot een sinasappeltje. Alle Koninginnedag spullen die we in Haarlem weggooien zouden hier tot laatste  vod worden  weggegraaid. Om de resten van onze picknick  wordt gevochten door zwermen kinderen.  We realiseren ons hier dat we nooit tevoren armoede hebben gezien. De verhouding tussen het westen en Kenia is Versailles in de negentiende eeuw versus le peuple. (Wacht ons de guillotine?) 

Kindjes en ezels en honden blijven angstvallig en keurig naast de weg zonder dat iemand ze dat hoeft te zeggen;  ze weten namelijk dat chauffeurs gewoon doorrijden,  er is hier een overschot aan  kinderen en honden. Een chauffeur die een kind overrijdt kan de wet vaak ontlopen, vertelt Godfried. Het is veel erger als je in een wildpark een dier doodt, dan heb je binnen de kortste keren een hele politiemacht in helicopters boven je hangen en kun je ter plekke worden doodgeschoten.  Het wild is Kenia’s voornaamste inkomstenbron, want daar komen de toeristen op af en die houden de economie draaiende, vandaar. 

We komen door een stadje, met echte winkels ipv houten hutjes. Er is geen blanke te zien, op twee blanke meisjes met rugzakken na. Volgens Godfried kun je hier wel op straat lopen als blanke,  toeristen zijn te belangrijk voor het land, daar blijf je af als Keniaan;  als je maar nooit handelt met strangers. ‘If you do business with strangers, you end up losing.’ Het is heel gek om in een stad te zijn waar iedereen donker is, undercover gaan lukt niet. Eigenlijk zou je een soort mensensafari moeten houden, met open dak en telelenzen door de straten heen. We willen misschien nog wel liever de supermarkt hier in dan naar de flamengo’s  gaan kijken, en dat zegt wat. Maar iemand fotograferen zonder toestemming is strafbaar, zegt Godfried. Waarom? Omdat je bijvoorbeeld een huurmodenaar op iemand af zou kunnen sturen middels diens foto, zegt hij. Hij heeft wilde en rare verhalen, maar waarom zouden ze niet waar zijn, er is hier wel meer wild en raar. In Kenya kan ALLES voor geld zegt Godfried, huurmoordenaren inschakelen als je iemand niet mag gaat heel makkelijk. En ze komen niet eens in de gevangenis;  alleen de allerarmste mensen zitten in de gevangenis. Wie het ook maar enigszins kan betalen (huurmoordenaars kunnen dat natuurlijk) koopt zich vrij. Of: wórdt vrijgekocht, door de familie, die daar belang bij heeft, omdat het een schande is als een familielid in de nor zit. Je wil ook niet dat de wereld ziet dat je als familie  te arm bent om verwant vrij te kopen. 

In die gevangenis gelden weinig degelijke regels, je bent er vogelvrij, overgeleverd aan de bewakers, niemand weet wat er echt gebeurt. Op mijn vraag hoeveel mensen er per cel mogen zitten, zegt Godfried: ‘You can only find out if you steal something.’ 

Het valt inderdaad op dat iedereen, van klein tot groot, laag naar hoog opgeleid, altijd bezig is met geld. Als wij opduiken in ieder geval. Wij vormen wandelende portemonnées.  

We rijden door, en dan komt er een onwerkelijke overgang: een paar honderd meter verderop opeens doodse stilte, en daar staat miltaire bewaking voor de hekken van het natuurpark vol  van de mooiste flamengo’s, geestige aapjes, prachtige buffels. Van dit soort contrasten staat onze reis bol. 

Het is goed praten met Godfried, hij spreekt goed Engels, zoals iedereen in Kenia, je kunt je hier tien keer beter verstaanbaar maken dan in, bijvoorbeeld, Spanje.  Dat komt doordat Kenia een Britse kolonie is geweest, die pas in 1963 onafhankelijk werd. Koloniseren is eigenlijk een ander woord voor diefstal van een land, realiseer ik me hier. Onwerkelijk dat Europese staatshoofden in de negentiende eeuw  een soort  wedloop hielden wie de meeste Afrikaanse landen kon inpikken. Soms gingen ze de buit onderling verdelen om de vrede te bewaren. Dan zei Queen Victoria tegen de Kaiser: ‘Ok, jij mag die berg daar in Kenia (hier 5000 km verderop  waar ik nog nooit ben geweest), neem ik die andere.’ Zo’n berg heet dan nog steeds:  ‘Mount Victoria’of zo.

Godfried over de BRITTEN: ‘Ze werden pas aardig nadat we ze verslagen hadden.’Dat laatste gebeurde in 1963, toen de Britten het dus opgaven.  Godfried vertelt trots hoe het verzet tegen de Britten in zijn werk ging: ‘Oorspronkelijk hadden wij alleen maar speren en zo, zij guns,  dus wij, de Kenyaanse Kikuyu-stam (behoort hij toe) verstopten ons in de bush, wachtten tot de Britse vliegtuigen gedaald waren,  hielden dan verrassingsacties:  we hadden in het begin alleen zwaarden, daarmee sneden we Engelse halzen door en namen hun pistolen af.’ 

De Kenianen leren Engels op school als tweede taal naast Swahili. Dat is het enige voordeel van dat kolonialisme.

DE LODGES.

We komen van de ene in de andere  verbluffend luxueuze  lodge terecht,  en dan schijnen het nog maar middle class lodges te zijn...Onwaarschijnlijk mooi gelegen, olifanten en apen als uitzicht, steevast met twee zwembaden, boordevol kraakhelder geuniformeerd, uiterst vriendelijk en charmant personeel. Al je koffers worden altijd gedragen, stoelen voor je aangeschoven,  je went daar snel aan,  thuis ga ik Amelda vragen dat te  doen.  (Toen we een week later terugkwamen op Schiphol wachtte ons een cultuurshock de andere kant op: de taxichauffeur leunde tegen de taxi zonder een vinger uit te steken terwijl wij onze bagage sjouwden. )

In éen lodge  heb ik een gesprek met dragers die voor ons appartement geduldig staan te wachten tot ze onze koffers  mogen dragen.(Zo fijn dat ze Engels spreken) Ik: ‘Hoe komen jullie zo geduldig en aardig? In Nederland heeft iedereen altijd haast en snauwt. En als je met elkaar wil praten bel je en maak je een afspraak, en dan kan het over een week.’ Ze liggen dubbel van het lachen.  Dan komt een groepslid streng gebarend roepen: ‘Iedereen wacht op je, komen, NU!!’ ‘Dit bedoel ik,’ zeg ik en de dragers komen nu niet meer bij.Deze anecdote vertel ik daarna aan Godfried, die zegt: ‘Hier is iedereen avalaible voor een gesprek, zelfs de president. Je belt ‘m gewoon op en vraagt: hebt u tijd?’ 

Je ziet overal keurige donkere mensen in uniform vage klusjes doen. Beetje bezemen, heeeeel rustig.  De lodge-eigenaren kunnen het zich veroorloven er veel in dienst te hebben, want Kenianen kosten maar een paar euro per dag, en ze zijn dolblij met betaald werk. In een van onze lodges vertelt onze gastheer trots dat er leeuwen rondom de hekken sluipen;  onlangs hadden ze een ‘kill’: een buffel, die als kadaver voor de poort lag. ‘Hoeveel van uw gasten worden gemiddeld opgegeten?’ vragen we hem. Niemand, want er is genoeg bewaking, zegt hij.  En inderdaad, er staan 24 uur per dag vele bewakers te patrouilleren. Zij blijken  bij navraag  12 uur achter elkaar te moeten werken en dan 460 shilling verdienen =4 euro 60. Dat is overal zo. De obers die de hele dag stralend komen vragen wat je wil drinken krijgen 300 shilling. Ze hebben geen vaste contracten maar zijn oproepkrachten, zijn dus niet zeker van loon.

De Turtle Beach Lodge heeft een hele goede naam en een relatief verantwoordelijke  en goede directie, ze hebben bijv.  goede projekten in de gang  hangen waarin je wordt opgeroepen een school of een weeshuis te sponsoren. Het personeel verdient hier al gauw meer dan elders. Maar  nog steeds indrukwekkend weinig. Een groepslid schrijft een brief aan de directeur  waarin ze haar verontwaardiging uit over het feit dat wij   westerse prijzen betalen, =fors, terwijl het personeel Keniaanse lonen krijgt, =bijna niets.

Nog even verder met die onwerkelijke contrasten. Ik zit in de TV-bar in Turtle Beach Lodge te staren naar luxueus tv scherm, waarop ik de perfectie ten top zie: De Olympische Spelen in Londen, waar miljoenen wordt besteed aan een volmaakte ode aan de sport. Keniaanse lopers zijn er geduchte tegenstanders. Terwijl ik hier zit krijg ik voordurend drankjes en glimlachen etc aangeboden, er is perfecte bewaking en perfecte bediening en nog lief ook. Buiten de streng bewaakte poort, achter het bord KARIBU,ofwel:  ‘Welkom’, huist de lokale bevolking. Heel veel hutjes met arme (maar vaak toch vrolijke) donkere mensen die graag iets verkopen. Zij zijn juist helemaal niet ‘Welkom’, die bewakers staan er juist om hen een beetje in bedwang te houden. Zodra je naar buiten loopt schieten een paar brutale jongens op je af die je iets wilen verkopen, meestal een ritje in een taxi.  

Volgens Dawn, de ontwikkelingswerkster in de buurt die we hebben leren kennen, hoeven we ons helemaal niet te schamen voor ons luxeleventje hier,  want we doen zo aan de beste manier van ontwikkelingshulp: de armen hebben het beduidend minder arm in het toeristenseizoen, omdat ze dan meer werk en handel hebben. Toerisme is het hoofdinkomen van het land. Dus: door lekker veel te eten en aan het zwembad te liggen ben je welzijnswerker. Willem Alexander had gelijk, westerlingen moeten met zijn allen vakantie in Afrika gaan vieren om de armen te helpen.

-Ik heb een naam en adres opgeschreven van iemand, maar heb geen idee meer wie het is. Misschien weet iemand van jullie het? Hassan kikai, ngaremara c.m. BOX 131, of 737?? Isiolo Kenyiia.

 

 

MASAI. 

BEZOEK AAN DORPJE SAMBURU MASAI< ZIE DE FOTO”S:

We gaan een Samburu-Masai-dorp bezoeken, een verpletterende ervaring, zie de foto’s en fimpjes. Fiere, gracieuze mensen in ongelooflijk simpele hutjes. De Masai-vrouwen bevallen daarin, leren we. Als het mis gaat, gaat het mis, een dokter of een ziekenhuis is geen optie. Laat staan verdoving.

Naar de lagere school gaan gebeurt tegenwoordig ook bij de Masai, (de huidige president heeft schoolplicht ingesteld, tot en met de lagere school, naar de middelbare kunnen alleen mensen met geld) maar het hangt wel af van je plaats in de gezinshierarchie: de oudste mag, de 2e niet, die moet thuis helpen met het vee etc, de derde wel etc. En alleen op school leer je Engels, dat is daar vanaf de kleuters de voertaal. De helft van de Masai kan dus met ons praten, de andere helft niet. We leren verder dat de Masai dagelijks bloed en melk drinken, voor de gezondheid. Nadat ze een paar hele bijzondere dansen hebben gedaan (Veel springen! Dat is de trots van een krijger, dat hij enorm hoog springt, volgens sommigen wel 2 meter) stelt  Nanda voor de  vogeltjesdans terug te doen (ten overvloede: grapje).

Na vele uren rijden komen we aan in een weelderige Masai-lodge. We worden bediend door Masai in westerse uniforms, die als ze vrij zijn hun felrode Masai-lappen weer aan doen. Je kunt Masai herkennen aan het gemis van twee ondertanden. Oorzaak: Omdat alle Masai-kinderen moeten leren met pijn om te gaan worden als ze vijf jaar zijn twee ondertandjes uit hun mond gesneden met een mes. Wie niet huilt krijgt een koe of een geit. (komt maar heeeeel zelden voor). Het idee daarachter is dat via dat gat in het gebit medicijn kan worden gegoten als ze een epileptische aanval krijgen van hun natuurlijke drugs: verdovende bladeren van een bepaalde boom, waarop ze kauwen bij wijze van borrel. Als je er daar teveel van eet krijg je dus zo’n  aanval. Deze Masai hebben allemaal gelige tanden van die drugsbladeren. Ook zij drinken dagelijks bloed en melk. 

Jongens doorstaan bij het opgroeien  nog wat andere pijnlijke rituelen om te bewijzen dat ze echte mannen zijn die tegen pijn kunnen: op een bepaalde leeftijd worden met een heet voorwerp gaten  in hun oor geboord. 

Verder moet een echte Masai man dus heel hoog leren springen (even hoog als hij zelf lang is, beweert Benson);  en zijn echte volwassenheid is daar als het hem is gelukt een leeuw te doden. Dat doe je met een man of  tegelijk, tegelijk oprukken en de leeuw omsingelend en op het goede moment je speer werpen. Over de angst van leeuwen voor Masai-mannen later meer.

Bij de lodge krijgen  we een kleine privé-excursie van Benson de Masai man. Een trotse jongeman, gehuld in traditionele dracht.  Zijn trots blijkt als hij een zuiver arrogant lachje laat klinken als ik vertel dat Holland kleiner is dan het Masai park.

 Hij loopt voor ons uit in het typische  oerwoudloopje van de Masai, zachtjes sluipend en bukkend, met een stok waarmee je ter verkenning  in de grond prikt.  Dat loopje hoeft hier niet omdat we niet door een oerwoud lopen maar door een bosje op het lodge-terrein, maar het gaat om het idee. Hij leest ons de natuur voor, zegt welke vogeltjes we zien, trekt takjes van een soort tandenpoetsboom af, waarmee de Masai hun tanden poetsen. Hij laat ons zijn hutje zien, waar hij woont als zijn vrouw er is (hij heeft er nog maar éen, hij wil er te zijner tijd graag meer, maar daar moet je rijk voor zijn): piepklein en donker, je kunt niet staan. Rechts van de kookplek slaapt bij de Masai altijd de man, links de vrouw. Koeienhuiden worden gespannen over een aantal plankjes en dat is het bed. Benson mag gefotografeerd worden. Dat is niet vanzelfsprekend, want Masai geloven dat je iemands geest af pakt als je hem fotografeert.  Maar, vertelt Benson, het dorpshoofd heeft hem dispensatie heeft gegeven om zich te laten fotograferen, dat moet nou eenmaal met toeristen,en het levert geld op.  Dat geld gaat, zoals al het geld wat Masai verdienen, allemaal naar het dorpshoofd, die het dan weer eerlijk verdeelt over de stam. 

Benson vertelt dat Masai hun mooie rode kleren deels dragen om leeuwen weg te jagen, die schrikken zich rot als ze rood zien, hebben generaties lang geleerd weg te lopen als er rode man aan komt, omdat die je kunnen doden. Hoe dragen generaties leeuwen dat in godsnaam op elkaar over?  Dat gaat zo: iemands overgrootvaderleeuw is gedood door Masai. De welpen van die leeuw vluchten zodra ze rode mannen zien, en dat nemen hun kinderen over , zodat van generatie op genaretie leeuw wordt overgeleverd dat je weg moet als er een rode man aankomt. Dat heet angst leren via overlevering. Leeuwen kunnen Masai ruiken van ver (wij ook: ze hebben een scherpe transpiratielucht). 

Nanda laat zich informeren over de positie van de vrouw bij de Masai. Het valt bij haar niet goed wat  Benson daar allemaal over zegt: bijvoorbeeld  dat een man zijn vrouw en kinderen mag, nee zelfs, moet slaan om ze te corrigeren. Wat een vrouw te wachten staat als ze haar man slaat?  ‘Dat is nog nooit voorgekomen, ‘zegt  Benson verbaasd bij dit bizarre idee. Alle vrouwen worden ‘circumsized’, besneden, om te zorgen dat ze niet overspelig worden: zodat ze geen lust meer kunnen ervaren, en verder wordt hun vagina dichtgenaaid tot er alleen een plasje door kan, zodat seks onprettig wordt, laat staan kinderen baren. Seks is toch al niet zo leuk hier, mannen en vrouwen mogen elkaar niet zoenen. (vrouwen mogen elkaar ter begroeting een lichte zoen geven op de mond, hetero’s worden hier gediscrimineerd) Nanda vraagt  Benson: Waarom worden vrouwen besneden? Benson: Dat is traditie. Nanda: Maar waarom? Benson: Omdat het traditie is. Deze twee komen niet tot elkaar. Nanda naderhand verontwaardigd tegen ons: ‘We leven in 2012, met alle respect.’ Hoe zou het zijn als Nanda  een Masai-vrouw was, mijmer ik. Nanda: ‘Dan zou mijn mond worden dichtgenaaid.’

 

WIST JE DATJES:

-Kenianen roken niet. Je ziet ongeveer éen  sigaret-rokende persoon per twee dagen. Ze hebben er geen geld voor. Volgens onze chauffeur Godfried doen ze het wel, maar binnen in hun bedompte hutjes: Je mag niet roken in de open lucht, dan krijg je een boete. 

-Creativiteit in de armoede: Slimmerikken hebben ergens een bordje neergezet ‘hier is de evenaar’, zodat alle busjes stoppen om souvenirs te kopen, om er een paar kilometer verderop achter te komen dat de evenaar pas  dáar is.  

-Ook in de meest onafzienbare safarigebieden zonder enige richtingaanwijzing gebruikt Godfried zelden kaarten, hij lijkt zonder maps elke centimer  in de uitgestrekte vlakten te herkennen.

-Ze hebben wel oude tv’s in de sloppen, het wemelt van de antennes. Mobieltjes zijn hier ook gek genoeg best veel onder de armsten.

--In Kenia regeert de knoet. Bij het  giraffen centrum zien we een grote groep klas onwaarschijnlijk brave schoolmeisjes in rij, ze mogen om beurten een klontje aan de giraf geven. Het verschil met de uitbundige drukke scholieren in Nederland is groot. Godfried geeft de oplossing van het raadsel: Ze zijn zo stil omdat ze worden geslagen. De klassen zijn zo groot dat dat wordt gezien als de manier om de discipline erin te houden. 

-Ik test bij Godfried hoe ver we weg zijn, door hem te vragen of hij weet wie de Beatles en Rolling Stones zijn? Nee, nooit van gehoord, wat zijn dat? Leuk, zo voel je je tenminste ver weg .Whitney Houston? Who? Madonna scoort ietsje beter:  Ehhh.. ja..is dat geen zangeres?  Dan komen we bij Michael Jackson, en hij blijkt zo’n beetje de enige westerse ster te zijn die in Kenia beroemd is, een held zelfs. We komen ook een keer een jongen in de slums tegen die voetbalsterren van Manchester United kent. 

-Kenianen houden niet van kamelenvlees,  omdat kamelen huilen als mensen als ze gedood worden, als ze iemand met een ‘gun’ zien huilen ze al, vertelt Godfried. Hebben ze dan geen probleem met kippen doden? Godfried: ‘Nee, die snij je nek af, dan huilen ze niet meer, met een kameel kan dat niet, too big.’ 

-Ik ben erg in trek bij obers als volumineuze, zeg maar dikke ‘single’: hier ben ik niet getrouwd maar  ga ik door voor de tante van de kinderen.  Nanda biedt mij met plezier aan aan een geinteresseerde ober: ‘Ze is niet bezet, ze is single, en haar vader zegt zeker ‘ja’.’ (Ze zegt er niet bij dat dat komt doordat hij dement is. Dat hoeft ook niet, de overs geloven blind dat het zo is, elke Keniaanse vader zou dolblij zijn als hij zo’n oude single dochternog zou weten  uit te huwelijken. NB Doordat ik volgens mijn keniaanse paspoort niet getrouwd ben heb ik de naam van mijn vader moeten opgeven bij het aanvragen van de visa. Hij is mijn beschermheer bij gebrek aan echtgenoot.

-De oudste jongen in de groep mag na zijn eindexamen een paar maanden met Godfried mee op stage als safari-chauffeur; Godfried gaat een man van hem  maken, belooft hij. Nanda: ‘Maar dan moet hij besneden worden!’en doet dat plastisch voor,  ik ken niemand die zo verfijnd grof is met haar hilarische  ‘piemelaars’. De match in de groep is ‘made in heaven’. Nanda charmant: Het allerleukste in Kenia? Jullie. (Andersom ook.) 

 

2 Reacties

  1. Paulien:
    23 september 2012
    We hebben genoten van het verslag en de mooie foto's!!!
    Waren even ook helemaal in Kenia!!
    Thanks....
    Jan en Paulien
  2. Nelliek:
    24 september 2012
    Wat een geweldig verslag! Zelf in 2006 in Kenia geweest, waaronder het bezoeken van het masaiddorp, Maar deze informatie is veel meer en geestiger dan ik wist en droomde. Bedankt en geniet lekker na van deze prachtige reis!
    Nelliek